Op de brede rug van Danzell Gravenberch staat het cijfer drie. Dit doet vermoeden dat hij een pure verdediger is, zoals gebruikelijk bij dit nummer, maar niets is minder waar. De voormalig jeugdspeler van Ajax kan ook op het middenveld uit de voeten én zelfs in de spits. “Ik sta het liefst in de punt van de aanval”, reageert Gravenberch zelf. “Daar heb ik jarenlang gespeeld en voel ik met het prettigst. Bovendien kun je voorin sneller belangrijk zijn voor het team.”

Toch zijn er heel wat trainers geweest die de Amsterdammer in de achterste linie geposteerd hebben. En dat begon in de A1 van Ajax. “We hadden een blessuregolf in de verdediging en Fred Grim dacht dat ík hier het beste uit de voeten zo kunnen. Dat ging me verrassend goed af.”

Allround
Gravenberch heeft het postuur van een ‘beul’ en hij is afgelopen zomer ook in Oss als centrale verdediger gepresenteerd. Maar daar speelde hij nog niet. “De trainer wist natuurlijk dat ik vroeger voorin speelde en we hebben het er samen over gehad. Hij vroeg me of ik er weer voor open stond en daar heb ik natuurlijk ‘ja’ op gezegd. Voorlopig focus ik me ook op de spitspositie.” Gravenberch is veelzijdig binnen alle linies, maar ook als nummer 9 is ie allround. “Ik ben niet echt een typische spits. Ik kan veel. De bal vasthouden, snel en kort wegdraaien of juist loopacties in de diepte maken.”

Energie
Tijdens zijn invalbeurten in Helmond en Den Bosch bracht Gravenberch, de broer van Ajax-talent Ryan, wat teweeg. Hij speelde met bravoure, liet zien snel te zijn en hij durfde een actie te maken. De energie straalde ervan af. “Dat heb ik me laten vertellen”, reageert hij bescheiden op de constatering. “Nu wil ik het ook graag een keer als basisspeler laten zien. Of ik er klaar voor ben? Ik ben misschien nog niet top-topfit, maar om dat te worden heb ik ook wedstrijden nodig. Ik kan het in elk geval langer volhouden dan de vijf of twintig minuten die ik tot dusverre heb gespeeld. Ja, ik hoop en denk dat mijn kansen stijgen.”

TERUG NAAR HET NIEUWSOVERZICHT